De officier van justitie kan besluiten om een verdachte niet verder strafrechtelijk te vervolgen en een strafbaar feit op grond van het algemeen belang niet (verder) in behandeling te nemen (Artikel 167 Wetboek van Strafvordering) . Wanneer de officier van justitie besluit uw zaak niet in behandeling te nemen, dan wordt dat een sepot genoemd. U bent dan niet langer aangemerkt als verdachte, er komt geen verdere strafrechtelijke vervolging en er wordt geen straf en/of maatregel opgelegd.
Een reden om een zaak te seponeren is bijvoorbeeld dat de officier van justitie te weinig bewijs heeft tegen een verdachte (lees hier meer over wettig bewijs). Een reden om de zaak te seponeren kan echter ook zijn dat het strafbare feit te gering is om in behandeling te nemen of dat de verdachte de schade aan het slachtoffer heeft betaald.
Er zijn verschillende sepots:
- Voorwaardelijke sepot;
- onvoorwaardelijke sepot;
- technische sepot en
- beleidssepots.
(Voorwaardelijk) Sepot
De officier kan een strafzaak voorwaardelijk en onvoorwaardelijk seponeren. in het geval van een voorwaardelijk sepot wordt er een proeftijd aan het sepot verbonden van 1 tot 2 jaar. Wanneer er gedurende de proeftijd geen strafbare feiten worden gepleegd, dan zal de zaak niet verder worden voortgezet en wordt deze definitief geseponeerd. Wordt er gedurende de proeftijd wel een strafbaar feit gepleegd, dan zal ten aanzien van de nieuwe strafrechtelijke verdenking worden overgegaan tot vervolging. Daarbij zal de zaak die voorwaardelijk was geseponeerd alsnog (gelijktijdig) ter zitting worden aangebracht.
Technisch versus beleidssepot
Wanneer een veroordeling juridisch gezien niet haalbaar is of lijkt te zijn, dan wordt de zaak onvoorwaardelijke geseponeerd met een ‘technisch sepot’.
Als een vervolging (technisch) wel mogelijk is, maar op gronden aan het algemeen belang ontleend onwenselijk is, dan wordt een ‘beleidssepot’ toegepast. De beoordeling of sprake is van een technisch sepot gaat vooraf aan de beoordeling of sprake is van een beleidssepot. Wanneer op technische gronden wordt geseponeerd, kan er niet tevens grond zijn voor een beleidssepot van hetzelfde feit.
Als een zaak wordt geseponeerd, wordt in alle gevallen het motief voor de sepotbeslissing vastgelegd. Dit motief wordt weergegeven middels de zogenaamde sepotcode. In de aanwijzing sepot en gebruik sepotgronden worden de verschillende sepotcodes vermeld en toegelicht. Hieronder treft u een overzicht van de verschillende sepotcodes en de daarbij behorende toelichting.
TECHNISCHE SEPOTS
Toelichting | |
01 ten onrechte als verdachte aangemerkt | Uitsluitend bedoeld voor de gevallen waarin er in het opsporingsonderzoek feiten en/of omstandigheden naar voren zijn gekomen die ondubbelzinnig wijzen op de onschuld van betrokkene. Met andere woorden, als diezelfde feiten en/of omstandigheden al bekend zouden zijn geweest bij de start van het opsporingsonderzoek, dan was de betrokkene niet als verdachte aangemerkt. Dat neemt niet weg dat de aanvankelijke verdenking op goede gronden kan zijn gerezen. De gebleken onschuld van de betrokkene kan bijv. volgen uit een persoonsverwisseling, het verkeerd invoeren in het systeem van de politie of het OM of een valse aangifte. Maar ook uit resultaten van het opsporingsonderzoek, zoals een vastgesteld alibi of uitsluiting op basis van DNA of andere feiten en omstandigheden waaruit bewijs naar voren komt ten aanzien van de onschuld van de betrokkene. |
02 onvoldoende bewijs | Hiervan is sprake wanneer er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Als het sepot geheel en al gedragen kan worden door sepotcode 07, dan komt sepotcode 02 niet voor toepassing in aanmerking. |
03 niet ontvankelijk | Bijv. wegens verjaring, overlijden, klachtdelict zonder klacht, verdachte jonger dan 12 jaar. |
04 burgerlijke rechter niet bevoegd | VERVALLEN PER 1 juli 2022 |
05 feit niet strafbaar | In geval een bestanddeel van het delict ontbreekt. |
06 dader niet strafbaar | In geval sprake is van een strafuitsluitingsgrond (schulduitsluitingsgrond of rechtvaardigingsgrond). Deze sepotgrond kan bijv. worden gebruikt in het geval dat de dader, zelf slachtoffer van mensenhandel, het strafbare feit onder dwang heeft gepleegd (non-punishmentbeginsel); indien de sepotcode 06 niet in aanmerking komt, kan mogelijk sepotcode 42 worden gebruikt. |
07 onrechtmatig verkregen bewijs | In geval (een gedeelte van) het bewijs onrechtmatig is verkregen en zonder dat bewijs waarschijnlijk geen veroordeling zal volgen. |
08 bestuurlijke boete: strafrechter niet bevoegd | In geval het betreffende feit met een bestuurlijke boete moet worden afgedaan en de strafrechter op basis van de wettelijke regeling niet bevoegd is kennis te nemen van dat feit in die omstandigheden. |
09 rechtmatige geweldsaanwending opsporingsambtenaar | Indien na onderzoek blijkt dat de opsporingsambtenaar heeft gehandeld binnen de wettelijke kaders en rechtmatig geweld heeft aangewend. |
BELEIDSSEPOTS
Gronden samenhangende met maatregelen genomen of nog te nemen door anderen dan de officier van justitie | |
Toelichting | |
20 ander dan strafrechtelijk ingrijpen prevaleert | Plaats gehad hebbend of te verwachten bestuurlijk of semi-strafrechtelijk (d.w.z. tuchtrechtelijk of administratief, bijv. fiscaal) ingrijpen prevaleert op gronden van billijkheid of doelmatigheid boven strafvervolging. |
21 civielrechtelijke jeugdmaatregel | Een reeds genomen of nog te nemen maatregel van het civiele kinderrecht wordt doelmatiger geoordeeld. |
22 strafrechtelijke jeugdmaatregel | In verband met een reeds lopende PIJ wordt een nieuwe strafvervolging onnodig geacht. |
23 tbs | In verband met een reeds lopende tbs wordt een nieuwe strafvervolging onnodig geacht. |
Gronden samenhangende met de algemene rechtsorde | |
Toelichting | |
30 landsbelang | Staatsveiligheid, ontzien van buitenlandse betrekkingen, voorkomen van ongewenste maatschappelijke onrust. |
31 wetswijziging | In verband met te verwachten wetswijziging op grond van wijziging van inzicht in strafbaarheid of strafwaardigheid. |
32 onvoldoende nationaal belang | Voorkeur wordt gegeven aan berechting in het buitenland; de verdachte is uitgezet dan wel uitgeleverd; de verdachte verblijft in het buitenland en is niet bereikbaar, dan wel de kosten van vervolging wegen niet op tegen het te beschermen belang. |
Gronden samenhangende met het gepleegde feit | |
Toelichting | |
40 gering feit | Het feit is een zo geringe inbreuk op de rechtsorde of heeft zo weinig schade veroorzaakt, dat een strafvervolging ter zake van het strafbare feit waaronder het is te brengen onevenredig zwaar zou zijn in verhouding tot wat heeft plaatsgevonden. |
41 gering aandeel in het feit | Het feit, door samenwerking van meer dan één persoon gepleegd, is op zich zelf wel ernstig genoeg voor een strafvervolging maar het aandeel van de verdachte daarin is zo gering, dat een strafvervolging onevenredig zwaar zou zijn. |
42 geringe strafwaardigheid van het feit | Hoewel aan de formele eisen van een strafbaar feit is voldaan en een strafsluitingsgrond in strikte zin ontbreekt, is het gebeurde ten aanzien van een strafuitsluitingsgrond een zodanig randgeval dat een strafvervolging onevenredig zwaar zou zijn. Deze sepotgrond bijv. kan worden gebruikt in het geval dat de dader zelf slachtoffer van mensenhandel is en er een zodanig directe relatie bestaat tussen het strafbare feit en de genoemde mensenhandel dat vervolging van de verdachte niet opportuun is, terwijl sepotcode 06 niet aan de orde is (non-punishmentbeginsel). |
43 oud feit | Het belang van strafrechtelijk ingrijpen is te gering geworden in verband met de lange tijd die is verstreken na het plegen van het feit, hoewel dit nog niet verjaard is, of de ‘redelijke termijn’ van art. 6 EVRM is verstreken of zal zijn verstreken op het moment dat het feit zal zijn voorgelegd aan de rechter c.q. een strafbeschikking zal zijn opgelegd. |
44 maatschappelijk belangenconflict | Hoewel formeel strafbaar, is het feit een uitvloeisel van een sociaaleconomisch of politiek conflict met een ideologische achtergrond dat zich moeilijk leent tot incidentele strafrechtelijke beoordeling en beïnvloeding; het is daarbij niet van zodanige ernst dat strafvervolging desondanks geboden zou zijn als bijv. ernstige geweldsdaden. Dit betreft gevallen als bedrijfsbezettingen en alternatieve hulp aan minderjarigen. |
Gronden samenhangende met de persoon van de verdachte | |
Toelichting | |
50 leeftijd | Hoewel strafvervolging op grond van de leeftijd wel mogelijk is, wordt in verband met de jeugdige of gevorderde leeftijd vervolging niet doelmatig of te zwaar geacht. |
51 recente bestraffing | In verband met een recente strafoplegging (inclusief strafbeschikking) of transactie wordt een nieuwe strafvervolging overbodig geacht, omdat het feit, was het eerder bekend geweest, in die strafrechtelijke reactie zou zijn meegenomen en dit niet tot een wezenlijk andere afdoening zou hebben geleid (vgl. art. 63 Sr). |
52 door feit of gevolgen getroffen | Door eigen letsel; door letsel of verlies van naasten; in zijn maatschappelijke positie of in de verhouding tot zijn naaste omgeving; door ernstige financiële schade, rechtstreeks uit het feit voortvloeiend of door betaling van een schadevergoeding; door een reactie van de overheid op het gepleegde feit, welke reactie voldoende representatief, te zwaar of minder juist blijkt te zijn geweest, bijv. inverzekeringstelling, hard politieoptreden of onjuiste formaliteiten. |
53 gezondheidstoestand | Dit heeft betrekking op tijdelijke of permanente, zowel geestelijke als lichamelijke toestand van de verdachte. |
54 reclasseringsbelang | Strafrechtelijk ingrijpen zou hulpverlening door reclassering, kinderbescherming, dan wel andere instantie, doorkruisen. |
55 gewijzigde omstandigheden | Verbeterd levensgedrag van de verdachte dan wel omstandigheden die tot het delict hebben geleid of die tot recidive zouden kunnen leiden, bestaan niet meer of zijn in belangrijke mate gewijzigd. |
56 verdachte onvindbaar | Ondanks naspeuringen blijkt de verdachte niet te vinden, vervolging lijkt daarom weinig zin te hebben. |
58 corporatie wordt vervolgd | De corporatie – waaronder begrepen een (buitenlandse) rechtspersoon of daarmee gelijk te stellen juridische entiteit/rechtsvorm – wordt vervolgd. |
59 leidinggever wordt vervolgd | De opdrachtgever of de feitelijk leidinggever van de verboden gedraging van de corporatie wordt vervolgd. |
Gronden samenhangende met de verhouding tussen verdachte en benadeelde | |
Toelichting | |
70 verhouding tot de benadeelde geregeld | Het conflict is door verzoening en/of schadevergoeding zodanig opgelost, dat vervolging geen zin meer heeft. |
71 medeschuld van de benadeelde | De benadeelde heeft het feit uitgelokt of de verdachte getergd of het de verdachte zeer gemakkelijk gemaakt. |
72 vervolging in strijd met belang van benadeelde | Hoewel sepotcodes 70 en 71 niet aan de orde zijn; de benadeelde brengt te respecteren redenen naar voren om geen vervolging in te stellen, vreest moeilijkheden, wil liever niet in de openbaarheid komen; er is niet een meer algemeen belang dat om vervolging vraagt. |
73 beperkte kring | Het feit heeft zich in zo beperkte kring afgespeeld – gezin, buren, e.d. – dat, in verband met de mate van ernst van het feit, onvoldoende algemeen belang aanwezig lijkt om een strafvervolging te rechtvaardigen. |
74 civiel en administratief recht | Er is wel formeel een strafbaar feit te construeren – zoals verduistering, onttrekken aan beslag, zaakbeschadiging – maar het algemeen belang is zeer gering en de aan de benadeelde toegebrachte schade lijkt beter langs civielrechtelijke of administratiefrechtelijke weg te kunnen worden geregeld; er is geen reden tot overheidsingrijpen; partijen kunnen hun conflict beter onderling gerechtelijk uitvechten. |
Gronden samenhangende met de beëindiging van de executie van de strafbeschikking | |
Toelichting | |
77 Beëindiging executie strafbeschikking: niet ontvankelijk | De executie van de strafbeschikking zal gestaakt moeten worden zodra de executie verjaard is. |
82 Beëindiging executie strafbeschikking: civielrechtelijke jeugdmaatregel | In deze gevallen is de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel geheel of gedeeltelijk onvoltooid en zal de zaak opnieuw beoordeeld moeten worden. Er kunnen dan redenen zijn de zaak niet te dagvaarden. Tevens kunnen er bij de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel feiten of omstandigheden bekend worden, die aanleiding kunnen zijn om vanwege opportuniteitsredenen de (verdere) executie van de straf of maatregel te staken. De hier genoemde sepotgronden zijn hiervoor reeds toegelicht. |
83 Beëindiging executie strafbeschikking: strafrechtelijke jeugdmaatregel | |
84 Beëindiging executie strafbeschikking: TBS | |
85 Beëindiging executie strafbeschikking: wetswijziging | |
86 Beëindiging executie strafbeschikking: onvoldoende nationaal belang | |
90 Beëindiging executie strafbeschikking: oud feit | |
91 Beëindiging executie strafbeschikking: leeftijd | |
92 Beëindiging executie strafbeschikking: recente bestraffing | |
93 Beëindiging executie strafbeschikking: door feit of gevolgen getroffen | |
94 Beëindiging executie strafbeschikking: gezondheidstoestand | |
95 Beëindiging executie strafbeschikking: reclasseringsbelang | |
96 Beëindiging executie strafbeschikking: gewijzigde omstandigheden | |
97 Beëindiging executie strafbeschikking: verdachte onvindbaar | |
98 Beëindiging executie strafbeschikking: gijzeling toegepast | In deze gevallen wordt afgezien van het dagvaarden omdat de bestrafte reeds gegijzeld is geweest ter zake van de hem bij strafbeschikking opgelegde geldboete. |
Administratief sepot | |
Toelichting | |
99 feit dubbel ingeboekt in COMPAS/GPS | In een enkel geval worden zaken dubbel ingeboekt (bijv. bij een ingevorderd rijbewijs). Eén van deze zaken zal administratief afgeboekt moeten worden. |