Wanneer u door de politie bent aangehouden, gelden er wettelijke termijnen voor de duur van de periode dat u door de politie mag worden vastgehouden.
Ophouden voor onderzoek (9 uur)
Wanneer u bent aangehouden in verband met een verdenking van een strafbaar feit, mag de politie u 9 uur vasthouden voor nader onderzoek. Deze periode wordt vaak gebruikt om u als verdachte te horen. De nachtelijke uren tussen 00:00 uur en 09:00 uur tellen daarbij niet mee. Wanneer u dus om 22:00 uur wordt aangehouden, moet u uiterlijk om 16:00 uur de volgende dag in vrijheid worden gesteld.
Inverzekeringstelling (3 dagen)
Mocht de officier van justitie oordelen dat het in het kader van het onderzoek noodzakelijk is om u langer vast te houden, dan kunt u in verzekering worden gesteld voor de duur van 3 dagen. Gedurende deze periode verricht de politie nader onderzoek naar uw mogelijke betrokkenheid bij een strafbaar. De inverzekeringstelling kan door de officier van justitie met 3 dagen worden verlengd, echter zo’n verlenging vindt in de praktijk relatief weinig plaats.
Inbewaringstelling (14 dagen)
Meestal wordt u voordat de 3-dagentermijn van de inverzekeringstelling afloopt voorgeleid aan de rechter-commissaris van de rechtbank. Dit moet in alle gevallen binnen 3 dagen en 18 uur na uw aanhouding gebeuren. De rechter-commissaris toetst de rechtmatigheid van de aanhouding en inverzekeringstelling. In de praktijk is dit een wassen neus; wanneer er een redelijk vermoeden is van enige betrokkenheid bij een strafbaar feit, is dat doorgaans voldoende voor een rechtmatige aanhouding en inverzekeringstelling.
Naast de toetsing van de rechtmatigheid van de aanhouding en inverzekeringstelling, kan de officier van justitie gelijktijdig bij de rechter-commissaris vorderen u 14 dagen langer vast te houden. Dit kan de officier van justitie doen wanneer hij meent dat uw voorarrest noodzakelijk is in het belang van het onderzoek. Daarnaast moeten er gronden (redenen) zijn die rechtvaardigen dat u langer in voorarrest moet blijven (zoals vluchtgevaar, recidiverisico). Voor het voortduren van de voorlopige hechtenis is ‘alleen’ een stevige verdenking nodig; er vindt nog geen bewijstoets plaats.
Voorafgaande aan deze voorgeleiding bij de rechter-commissaris krijgt de advocaat (voor het eerst) inzage in het dossier en kan de advocaat met u inhoudelijk nadenken over de verdere proceshouding. De advocaat kan de rechter-commissaris verzoeken om de vordering van de officier af te wijzen of toe te wijzen voor een kortere periode. Ook kan de advocaat verzoeken om (in geval van een toewijzing van de vordering inbewaringstelling) de voorlopige hechtenis te schorsen, zodat u in vrijheid – onder voorwaarden – de inhoudelijke behandeling kunt afwachten.
Gevangenhouding (max. 90 dagen)
Vervolgens kan de officier van justitie binnen die 14 dagen van de bewaringstermijn een vordering indienen bij de raadkamer van de rechtbank, met het verzoek u 30, 60 of 90 dagen langer vast te houden. De raadkamer bestaat uit drie rechters en buigt zich over de vraag of het voortduren van de voorlopige hechtenis nog langer noodzakelijk is en, indien dat zo is, voor welke duur. Wanneer de rechtbank oordeelt dat u langer vast blijft zitten, geeft de rechtbank een bevel gevangenhouding af. Dit bevel kan worden verlengd tot maximaal 90 dagen. Daarna moet uw zaak voor het eerst pro forma op ene openbare zitting worden gepland. Ook hier is voor het voortduren van de voorlopige hechtenis ‘alleen’ nog maar een stevige verdenking nodig; er vindt nog geen bewijstoets plaats.
Ook tijdens de raadkamerzitting kan de advocaat verzoeken de vordering af te wijzen of de voorlopige hechtenis te schorsen.
Pro forma zitting
Wanneer u verdacht worden van een ernstig strafbaar feit kan de voorlopige hechtenis nog langer voortduren. In dat geval moet het O.M. de zaak na afloop van de termijn van de gevangenhouding aanbrengen bij de rechtbank. Dan vangt formeel het proces aan, echter vaak is de zaak dan nog niet gereed voor een inhoudelijke behandeling. Om die reden wordt dan doorgaans een pro forma zitting gepland, waarbij in de meeste gevallen enkel wordt ingegaan op de vraag of de voorlopige hechtenis dient voort te duren. Het kan echter ook zo zijn dat er tijdens die zitting al wordt gesproken over enkele nader te verrichten onderzoekshandelingen, zoals het verstrekken van bepaalde beelden of stukken aan de verdediging of het horen van een of meer getuigen. De voorlopige hechtenis kan tijdens elke pro forma zitting met 90 dagen worden verlengd, tot aan het moment waarop de zaak uiteindelijk inhoudelijk wordt behandeld. Op deze wijze kan het voorarrest dus lange tijd duren.
Tijdens elke pro forma zitting kan de advocaat verzoeken de voorlopige hechtenis op te heffen, dan wel de voorlopige hechtenis te schorsen.
Bekijk hier ons informatiefilmpje over de gehele procedure van aanhouding tot vonnis.