28 september 2022, mr. C. Lammers (Strafrechtadvocaat)
Procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie (OM) en de verdediging. In andere rechtsgebieden is het gangbaar dat een rechter partijen het voorstel doet onderling te bezien of er tot afspraken kan worden gekomen over de afdoening van een zaak. Partijen worden dan ‘de gang op gestuurd’ om te kijken of er onderling tot een schikking kan worden gekomen. In dat verband kan een rechter een voorlopig oordeel geven over de wijze waarop de rechter voornemens is de zaak af te doen.
Het systeem van het strafrecht verhoudt zich echter niet met een dergelijke situatie waarbij de strafrechter een voorlopig oordeel zou geven over hoe de zaak zou worden afgedaan. Immers, de strafrechter dient onafhankelijk en onpartijdig te zijn. Elke schijn van onpartijdigheid kan leiden tot een wraking van de betreffende rechter of zittingscombinatie. Het maken van een procesafspraak was vanuit dat licht dan ook vrijwel ondenkbaar. Immers, afspraken tussen een verdachte en het O.M. kunnen niet zondermeer op voorhand door de rechtbank worden overgenomen. Ook kan op voorhand door de rechter geen toezegging worden gegeven de procesafspraken te respecteren en een vonnis te wijzen conform die afspraken.
Toch hebben procesafspraken ook binnen het strafrecht hun intrede gedaan. Er zijn inmiddels verschillende strafzaken die op basis van procesafspraken door een rechter zijn afgedaan. Procesafspraken in strafzaken doen geen afbreuk aan de eigen verantwoordelijkheid van de strafrechter voor de uitkomst van de zaak. De rechter kan tot een uitspraak komen die aansluit bij procesafspraken maar de rechter is geenszins verplicht de procesafspraak tussen het OM en de verdediging te volgen. De overeengekomen procesafspraken worden aan de rechter gepresenteerd als voorstel voor de afdoening van de strafzaak. De rechter moet echter zelf het vonnis schrijven en de uitkomst daarvan rechtens naar behoren kunnen motiveren. Het staat een rechter zodoende vrij geen gevolg te geven aan de procesafspraken als een rechter van oordeel is dat het wijzen van een vonnis overeenkomstig die procesafspraken leidt tot een uitkomst die niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak. De rechter behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvindt in overeenstemming met de daarvoor geldende wettelijke regeling en de eisen van een eerlijk proces.
Op 27 september 2022 heeft de Hoge Raad zich ook gebogen over de vraag of procesafspraken rechtens toelaatbaar is [Lees hier het arrest]. De Hoge Raad heeft overwogen dat hoewel een specifieke wettelijke regeling voor procesafspraken ontbreekt, dat niet betekent dat de wet geen ruimte laat voor het maken van procesafspraken in strafzaken. De Hoge Raad zet in zijn uitspraak een kader uiteen waarbinnen de rechter bij de beoordeling van de zaak kan komen tot een uitspraak die aansluit bij de procesafspraken. In de uitspraak van de Hoge Raad gaat het alleen om procesafspraken waarvan een gezamenlijk ‘afdoeningsvoorstel’ van het OM en de verdediging over de bewezenverklaring en/of de strafoplegging aan de strafrechter wordt voorgelegd.
Het door de Hoge Raad geschetste kader komt samengevat op het volgende neer:
- Bij de totstandkoming van procesafspraken is rechtsbijstand voor de verdachte vereist.
- De officier van justitie moet bij het maken van procesafspraken rekening houden met de belangen van het slachtoffer. Aan procesafspraken die onvoldoende recht doen aan de belangen van de benadeelde partij komt geen betekenis toe.
- Een afdoeningsvoorstel moet op de openbare zitting worden voorgelezen of samengevat.
- Als de verdachte als onderdeel van een afdoeningsvoorstel afziet van bepaalde verdedigingsrechten, moet zijn gewaarborgd dat is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces. Zo moet de rechter onder meer onderzoeken of de verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en zich bewust van de rechtsgevolgen, heeft meegewerkt aan het afdoeningsvoorstel en het afstand doen van verdedigingsrechten.
- Als het onderzoek op de zitting is begonnen, kan de officier van justitie niet meer beslissen dat van (verdere) vervolging wordt afgezien. Wel kan hij dan aansturen op een wijziging van de tenlastelegging.
- Ook als er een afdoeningsvoorstel wordt overgelegd, moet de rechter de zaak beoordelen met inachtneming van het beslissingsmodel in het Wetboek van Strafvordering en uiteenlopende motiveringsvoorschriften uit datzelfde wetboek.
- Als de rechter tot een (wezenlijk) ander oordeel over de bewezenverklaring of de strafoplegging komt dan dat wat is overeengekomen in het afdoeningsvoorstel, is het van belang dat de procespartijen zich (hebben) kunnen uitlaten over hoe de zaak dan moet worden afgedaan. Dit kan met zich brengen dat de behandeling van de zaak moet worden heropend.
- Als in het afdoeningsvoorstel is opgenomen dat geen rechtsmiddel (hoger beroep of beroep in cassatie) zal worden ingesteld tegen een nog te wijzen uitspraak, betekent dat niet dat afstand is gedaan van het instellen van een rechtsmiddel.
Op 15 september 2022 is er door de rechtbank Overijssel vonnis gewezen in strafzaak Betula. In deze strafzaak zijn 7 werknemers in een illegale sigarettenfabriek in Utrecht aangehouden en strafrechtelijk vervolgd ter zake, kort en zakelijk weergegeven, het tezamen en in vereniging opzettelijk sigaretten en tabak voorhanden hebben gehad zonder dat daarover accijns werd betaald. In deze strafzaak stond mr. Lammers 2 van de 7 verdachten bij. Mr. Lammers is in deze zaak, in samenspraak met de overige betrokken raadslieden én het O.M. op basis van wederkerigheid, gekomen tot het maken van concrete procesafspraken over het (verdere) verloop van de voor de rechtbank te voeren strafprocedure. Deze afspraken hebben geresulteerd in een gezamenlijk afdoeningsvoorstel van de officier van justitie en de raadslieden aan de rechtbank. Dit afdoeningsvoorstel betreft een factor die de rechtbank in de door haar te nemen beslissingen heeft meegewogen. De rechtbank heeft hier in het vonnis uitgebreid bij stil gestaan en overwogen dat in deze specifieke strafzaak aanleiding werd gezien om alle verdachten conform de procesafspraken schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel (toepassing van artikel 9a Sr.). De rechtbank heeft in deze zaak overwogen dat de inhoud van het afdoeningsvoorstel van de officier van justitie en de raadslieden aan de rechtbank in zoverre voldoende recht doet aan deze strafzaak en legitiem is, omdat hiermee zowel het belang van verdachte als dat van de maatschappij geëerbiedigd wordt. Eén van deze zaken is gepubliceerd [Lees hier het vonnis in één van de zaken van de medeverdachten]. De rechtbank is in alle 7 strafzaken tot eenzelfde vonnis gekomen.
Bijzonder is dat in deze zaken het verkrijgen van een schadevergoeding ten gevolge van de ten onrechte ondergane detentie ex art. 533 lid 1 Sv. eveneens in de procesafspraken is opgenomen. Hierover heeft de rechtbank aangegeven te zullen bevorderen dat conform artikel 533 lid 4 Sv de raadkamer zoveel mogelijk is samengesteld uit de leden die op de terechtzitting over de zaak hebben gezeten. Overeengekomen is namelijk dat de officier van justitie zal zich in diens schriftelijke reactie op het verzoekschrift schadevergoeding akkoord verklaard met toewijzing van minimaal 50% van de op grond van artikel 533 lid 1 Sv te vorderen maximale vergoeding en zich ten aanzien van het eventueel meer gevorderde aan het oordeel van de raadkamer zal refereren. Dit verzoek tot schadevergoeding is inmiddels ingediend en de officier heeft zich inderdaad conform de procesafspraken akkoord verklaard voor 50% van de gevraagde vergoeding en gerefereerd aan het oordeel van de raadkamer van de rechtbank t.a.v. van het meerder gevorderde. Het O.M. en de verdediging hebben conform de procesafspraken afgezien van een nadere mondelinge behandeling ter terechtzitting. Het is nu aan de raadkamer van de rechtbank om op deze ingediende schadevergoedingsverzoeken een beslissing te nemen. Wij zijn erg benieuwd, maar hebben er gelet op het door de rechtbank gewezen vonnis alle vertrouwen in dat – in ieder geval de helft – van het gevraagde schadevergoedingsbedrag zal worden toegekend.
Meer weten over (het maken van) procesafspraken in een strafzaak? Beluister dan ook de podcast De Staat van de Strafrecht door senior strafrechter Jacco Janssen en wetgevingsadviseur strafrecht Margje van Weerden via deze link of neem contact met ons op.